Johann Gottfried Walther behoort tot de belangrijke componisten van orgelmuziek uit de tijd van de barok.
Hij werd geboren in 1684 in Erfurt, de hoofdstad van Thüringen. Een half jaar later werd in Eisenach in het westen van Thüringen een neef van hem geboren, met wie hij later ook bevriend zou raken, namelijk niemand minder dan Johann Sebastian Bach.
Er werden trouwens nog meer later beroemd geworden componisten geboren in dezelfde periode en in dezelfde streek.
Zo zag enkele jaren eerder, in 1681, Georg Philip Telemann het levenslicht in Magdeburg. En kort voor de geboorte van Bach werd in Halle an der Saale Georg Friedrich Händel geboren.
De vier genoemde componisten behoren tot de groten, maar zijn niet alle vier even groot. In dit verband moet ook nog een vijfde worden genoemd, namelijk de organist/componist van de belangrijkste kerk in Halle an der Saale, Friedrich Zachau.
Als componist schreef hij veel orgelmuziek voor de lutherse eredienst.
Als organist nam hij de jonge Händel, van wie de ouders weinig op hadden met muziek, onder zijn hoede. Hij leerde hem veel over orgels en orgelmuziek, en al snel bleek deze leerling een organist met zoveel talent dat de vier jaar oudere Telemann naar Halle reisde om de 16-jarige Händel in actie te zien en te horen.
In dit zeer muzikale deel van Duitsland groeide dus ook Johann Gottfried Walther op. Dat leverde hem een groot voordeel, maar ook een nadeel op: hij had niet het ondernemende karakter van Telemann en Händel en ook niet de genialiteit van Bach. Toch is ook hij een belangrijke componist, zeker op het gebied van orgelmuziek voor de lutherse eredienst.
De ambitie van Walther was niet alleen praktisch, maar ook theoretisch gericht.
Hij ging op jonge leeftijd in de leer bij Andreas Werckmeister, een zeer belangrijke muziektheoreticus. Dat duurde ongeveer vier jaar.
In 1707 werd Walther organist van de stadskerk van Weimar, en dat zou hij blijven tot zijn overlijden in 1748.
Hij werd ook muziekleraar van prins Johann Ernst, een neef van de hertog van Weimar. Voor hem schreef hij het boek ‘Praecepta der musicalischen Composition’, dat een breed overzicht geeft van wat een componerend musicus zoal dient te weten.
In 1732 volgde de publicatie van zijn ‘Musicalisches Lexikon’ (zie afbeelding), een alfabetisch-lexicografisch geordende lijst van termen en namen met betrekking tot de muziek.
Verschillende leden van de Bach-familie komen erin voor, en hun werk wordt door Walther besproken.
Het is ook nu nog een bron van informatie voor wie studie wil maken van barokmuziek.
Walthers composities kunnen we onderscheiden in
- bewerkingen voor orgel van concerti van Italiaanse en Duitse componisten
- koraalvoorspelen en koraalvariaties voor orgel ten behoeve van de lutherse eredienst
- vocale werken; van deze laatste is vrijwel niets bewaard gebleven.
Voor de eredienst zijn Walthers koraalbewerkingen van groot belang. Van deze categorie is veel bewaard gebleven.
De huidige uitgave van Walthers koraalvoorspelen en -variaties bevat 129 werken, die ongeveer 400 pagina’s beslaan. Wat moeilijkheidsgraad betreft kan een aanzienlijk deel van deze werken worden gekarakteriseerd als (vrij) eenvoudig.