Kamp De Zomp was een werkkamp in het kader van de werkverschaffing. Van augustus tot 3 oktober 1942 werd het een werkkamp voor Joodse dwangarbeiders.

In de dertiger jaren van de vorige eeuw, na de beurskrach van 1929, is er wereldwijd een grote economische crisis.
In een tijd waar er nog geen WW-uitkeringen waren, werden werklozen verplicht tot het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van de overheid.
In Ruurlo ontstonden in die tijd twee van dergelijke werkkampen, de Zomp (aan de Koergerweg) en de Pierik (iets verderop richting Borculo). De arbeiders werden te werk gesteld bij de Heidemij en werkten aan de verbetering van de waterafvoer van de Slinge.
De Pierik wordt rond het begin van de oorlog opgeheven, maar De Zomp blijft aanvankelijk zijn functie als werkkamp behouden, tot begin 1942.

In oktober 1941 werd door de Duitse rijkscommissaris Seyss-Inquart besloten om een aantal bestaande werkkampen in te richten als verzamelcentra voor Joden.
Veel Joden waren werkloos gemaakt door de Duitse ‘Arbeitsverbote’, omdat in de meeste functies alleen nog plaats was voor ‘ariërs’. Ze moesten zich vanaf begin 1942 melden in de daarvoor gereserveerde Joodse werkkampen.
Eigenlijk waren het een soort mini concentratiekampen om Joodse burgers bijeen te brengen om ze te gelegener tijd gemakkelijk op transport te kunnen zetten.
In de nacht van 2 op 3 oktober – de laatste dag van het Joodse Loofhuttenfeest – werden alle Joden in de werkkampen (ruim 5200 mannelijke Joden) overgebracht naar kamp Westerbork. Ook hun familieleden – bijna 9000 personen in het hele land – werden van huis opgehaald en naar Westerbork gestuurd. Van hieruit werden de Joden op transport gezet naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen.
Slechts 4 van de ruim 100 Joodse dwangarbeiders van ‘De Zomp’ hebben de oorlog overleefd.

Meer informatie
Oorlogsbronnen.nl: De Zomp
Old Reurle: WO2 – De Zomp (Oonk).pdf
JoodseWerkkampen.nl: Overzicht joodse werkkampen/de zomp
Mijn Gelderland.nl: Joden in Ruurlo