6. Onderduikboerderij ‘De Höfte’

Onderduiken bracht veel spanningen met zich mee, zowel voor de onderduikers, als de gastgezinnen.

Na het uitbreken van de oorlog zocht de plaatselijke VVV naar adressen voor pensiongasten. Zo ook op boerderij De Höfte, bij familie Van den Berg. Een welkome bijverdienste in een opgroeiend gezin van zeven kinderen.
Maar naast gewone gasten verbleven er hier ook vier Joodse “gasten” die – zogenaamd – net iets eerder gekomen waren, of net iets later vertrokken dan de echte gasten.
Dat ging goed totdat andere gasten opmerkten dat er restanten van een Jodenster zichtbaar waren op de kleding.
Halsoverkop moest worden uitgeweken naar een ander onderduikadres.

Nadat de kust weer veilig leek en er schuilplaatsen waren gemaakt, kon het Joodse gezin weer terugkeren: vader Isaac, moeder Bloeme en Aäron Polk, een jongvolwassen zoon, allen uit Alkmaar. De zoon was aan het werk als “boerenknecht Dirk”, en de ouders stonden steeds op de uitkijk om bij onraad snel naar een schuilverblijf op de hooizolder te kunnen vluchten. Jongere dochter Elisabeth zou ook worden overgebracht van een ander onderduikadres naar de Höfte, maar ze werd bij een inval gepakt, naar Westerbork overgebracht en in 1944 in Auswitch vermoord.
De naaste buren werden in vertrouwen genomen en op de hoogte gesteld.

Aaron en Elisabeth Polk († 06-03-1944)

Tot twee keer toe is er in die tijd een huiszoeking geweest, waarbij de tweede keer de bezetters gericht op zoek waren naar onderduikers. Toevalligerwijze verbleven vader en moeder Polk op dat moment in het onderduikershol en had “Dirk” op tijd vanaf het bouwland – met een hooivork op zijn schouder – zijn toevlucht gevonden bij buren. Het is toen gelukkig goed afgelopen.

In de loop van 1944 kwam er nog een moeder met 3 kinderen uit het dorp op de boerderij wonen. Haar huis was gevorderd, omdat haar man – die op het gemeentehuis werkte – bonkaarten had laten verdwijnen voor het verzet en moest onderduiken.
Ook een dorpsgenoot die niet voor de Duitsers wilde werken, is in die tijd nog ondergedoken geweest.

Distributiebonnen voor brood en vleesch (1944)

Tot overmaat van ramp werden er in de laatste maanden voor de bevrijding ook nog Duitse soldaten ingekwartierd op de boerderij. Hun slaapplaats was op de hooizolder boven de schuilplaats van de Joden.

Gelukkig hebben alle onderduikers de oorlog overleefd. Het zal echter voor de Joodse onderduikers traumatische ervaringen hebben gegeven. Zowel het huwelijk van de ouders, als het latere huwelijk van zoon Aäron is verbroken en de zoon heeft later zichzelf om het leven gebracht…

Het opgroeiende gezin met 7 kinderen en links een gast (Aäron?) (1943)

Meer informatie

Alkmaaropdekaart.nl: Alkmaar – Mient 14
MuseumAlkmaar40-45.nl: Alkmaar ’40-’45 – Joodse bevolking Alkmaar

terug